woensdag 25 februari 2015

Onze Geschiedenis opnieuw bezien

NRC
      In beeld
25-09-2001
Netelenbos stelt zuidtak van Betuwelijn uit
Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 25 SEPT. De aftakking van de Betuwelijn richting Venlo is op de lange baan geschoven. Minister Netelenbos (Verkeer en Waterstaat) heeft de Tweede Kamer gisteren in een brief laten weten dat een beslissing over de aanleg van de zogenoemde zuidtak (Elst-Nijmegen-Venlo) op dit moment niet nodig is. De groei van het goederenvervoer over het spoor kan tot ongeveer 2020 op andere manieren worden opgevangen.
Netelenbos baseert haar besluit op onderzoek dat Railned (de organisatie die bepaalt hoeveel treinen er kunnen rijden) heeft gedaan naar de toekomstige afwikkeling van het spoorvervoer in zuidoostelijk Nederland. Ze zegde de studie al in 1999 toe, nadat de betrokken provincies, gemeenten en de Tweede Kamer hadden geconstateerd dat een visie op de ontwikkeling van het spoorvervoer in Gelderland, Brabant en Limburg ontbrak. De samenhang tussen de verschillende (nieuwe) spoorlijnen was volgens hen niet helder.
Railned concludeert dat de capaciteitsproblemen van het reizigers- en het goederenvervoer op de route Roosendaal-Tilburg-Eindhoven-Venlo worden opgelost als de Betuwelijn (Rotterdam-Duitse grens) in 2005 klaar is. Vanaf 2010 doemen nieuwe problemen op, die volgens Railned door een herverdeling van het goederenvervoer zijn te ondervangen.
Met de aanleg van kleine stukken nieuw spoor en aanpassingen aan het bestaande net denkt Railned voorziene capaciteitsproblemen na 2015 en 2020 het hoofd te kunnen bieden. Ook zouden goederentreinen dan over zuidelijker gelegen routes moeten gaan rijden, zoals de IJzeren Rijn (Antwerpen-Duitsland via Limburg), die in ere zal worden hersteld.
Netelenbos stelt op basis van deze bevindingen dat de zuidtak voorlopig niet nodig is. Ze sluit niet uit dat de zuidtak weer in beeld komt als het spoorvervoer onverwacht explosief groeit.
In september 1999 schrapte Netelenbos al het plan voor de noordtak van de Betuwelijn (Elst-Oldenzaal). Die was volgens haar overbodig, omdat een deel van de 110 treinen die anders rond 2015 over de noordtak zouden hebben gereden, net zo goed langs noordelijker routes kunnen worden geleid, onder meer via de nog aan te leggen Hanzelijn of Zuiderzeelijn. De regionale treinen voor het oosten van het land kunnen via de bestaande lijn Elst-Deventer-Hengelo gaan. De internationale treinen van de noordtak zouden via Emmerich moeten. Het kabinet houdt wel vast aan de aanleg van de hoofdtak van de Betuwelijn, van Rotterdam naar Zevenaar.
NRC
13-12-2006
Economisch is het ‘t slimst om hem niet te gebruiken
Door Arjen Schreuder
De opening van de Betuwelijn op 2 januari 2007 is met zes weken vertraagd. De Kamer spreekt vandaag over deze zoveelste tegenslag voor de goederenspoorlijn.
Rotterdam, 13 dec. En weer komt de trein later. Afspraak was dat de Betuwelijn op 2 januari feestelijk zou worden geopend. Dat gaat niet lukken, liet minister Peijs (Verkeer, CDA) vorige week aan de Tweede Kamer weten. De technische installaties in de tunnels – onder meer sprinklers, camera’s, verlichting, ongevalsdetectoren en afzuiginstallaties – zijn nog niet klaar.
Het is de zoveelste tegenslag in de moeizame geschiedenis van de omstreden goederenspoorlijn. De meeste betrokkenen reageren dan ook laconiek. Jammer, zeggen ze, maar laten we de vertraging niet dramatiseren.
En gelijk hebben ze: er gaan toch niet meteen veel treinen over rijden. Exploitatiemaatschappij Searail heeft voor komend jaar nog geen ritten gereserveerd. Alle goederenvervoer wordt voorlopig nog over het bestaande spoor geleid, tussen de passagierstreinen door.
En mocht er onverwacht toch veel vraag komen naar het nieuwe spoor, dan zijn er onvoldoende locomotieven beschikbaar met het speciale veiligheidssysteem voor de Betuwelijn.
Minister Peijs verwacht dat de belangstelling van de vervoerders .groot zal worden. Over een paar jaar zullen we nog wat beleven, voorspelt zij: „Dan wordt het hartstikke vol op de Betuwelijn.”
Dat zegt ook Johan ter Poorten, manager externe betrekkingen van goederenvervoerder Railion én secretaris van de belangenvereniging voor railgoederenvervoerders, BRG: „De Betuwelijn wordt een succes.”
Waar is dit optimisme op gebaseerd?
De vervoerders wijzen op de groei van het goederenvervoer per spoor van de laatste jaren, zo’n 5 tot 10 procent per jaar. En ze wijzen op het groeiende aanbod aan containers uit China, die vanuit de Rotterdamse haven moeten worden verspreid over Europa.
Vergeet ook niet, zegt Ter Poorten, dat files het wegvervoer minder aantrekkelijk maken. „In Rotterdam komen containerschepen met de lengte van de Eiffeltoren. Je moet er toch niet aan denken dat al die containers over de weg moeten? Dan moeten we een tweede A15 aanleggen.”
Er is meer goed nieuws. Er wordt gewerkt aan de aansluiting van de Betuwelijn op het Duitse spoor. Het baanvak tussen Emmerich en Oberhausen wordt gemoderniseerd, zodat er meer treinen per uur over kunnen rijden.
En afgelopen vrijdag is een overeenkomst gesloten over het geld dat vervoerders moeten betalen voor het gebruik van het spoor. Over deze zogenoemde spoortax is jaren gebakkeleid door spoorbeheerder ProRail en de vervoerders.
Voor een kostendekkende exploitatie van de Betuwelijn en het bestaande spoor kwam ProRail uit op een bedrag dat vele malen hoger lag dan het gangbare tarief. Dat wilden de vervoerders niet.
Afgesproken is voor komend jaar een tarief van 1,15 euro per trein per kilometer, zowel op het bestaande spoor als op de Betuweroute. Dat bedrag is weliswaar 20 procent hoger dan het huidige tarief, maar aanzienlijk minder dan wat ProRail had willen berekenen voor de Betuwelijn. Het akkoord is mede te danken aan minister Peijs en de Tweede Kamer, die voor de komende vijf jaar een overgangssubsidie van ruim 30 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld.
De komende jaren gaat de spoortax op het bestaande spoor geleidelijk omhoog, naar zo’n 2,50 euro in 2012. Over de tarieven voor de Betuwelijn na 2007 is nog geen beslissing genomen. Exploitant Searail kondigt ‘flexibele’ tarieven aan.
De vervoerders zijn voorlopig dus tevreden. Maar hoe zit het met de belastingbetaler? Die heeft in ieder geval al opgedraaid voor de kosten van de aanleg, een kleine 5 miljard euro. En door de lage spoortax, zeggen critici, kost elke trein die over de lijn rijdt nog meer geld.
Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid en logistieke organisatie aan de Technische Universiteit Delft: „Iedere econoom ziet dat het beter is om de Betuwelijn niet te gebruiken. Je zou de lijn het beste kunnen laten wegroesten. Maar dat is gezichtsverlies en politiek onverkoopbaar.”
„Een duivels dilemma is het”, zegt Erik Verhoef, hoogleraar ruimtelijke economie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. „Eigenlijk zou je de Betuwelijn pas moeten gebruiken als de vervoerders in de rij staan – én er goed voor willen betalen.” Maar, denkt Verhoef: „Dat zal wel niet zo snel gebeuren, want de binnenvaart blijft goedkoop.”
Tot het moment dat de lijn rendabel wordt, zou hoogleraar Verhoef één keer per jaar een trein over de Betuwelijn willen laten rijden. „En daarin zitten dan alle leden van de Tweede Kamer, om te zien waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Maar ja, dat gebeurt niet. We laten straks met veel verlies treinen rijden. Niet om het milieu te sparen, zoals de bedoeling was, maar om kolen naar Duitsland te vervoeren.
Onzin, zegt Johan ter Poorten van de belangenvereniging voor railgoederenvervoerders. Volgens de secretaris is het oneerlijk om van spoorlijnen te eisen dat ze rendabel zijn. „Ik begrijp dat niet. Bij snelwegen is die vraag nooit aan de orde.”
Maar zo makkelijk komen de vervoerders niet weg. De Tweede Kamer heeft weliswaar voor de komende vijf jaar subsidie beschikbaar gesteld, maar verwacht voor daarna een sluitende exploitatie. PvdA-Kamerlid Sharon Dijksma: „Je kunt niet van een samenleving verwachten dat die éérst onder zware druk van de haven van Rotterdam een spoorlijn van bijna 5 miljard aanlegt voor commerciële vervoerders, om vervolgens die spoorlijn ook nog eens tot in de eeuwigheid te ondersteunen.”
Wie, wat en waarom
Aan de besluitvorming over de Betuwelijn zijn drie kabinetten te pas gekomen: Lubbers II (CDA, VVD), Lubbers III (CDA, PvdA) en Kok I (PvdA, VVD, D66). Het begon in 1989, toen VVD-minister Neelie Smit-Kroes de Betuwelijn opnam in het ‘structuurschema verkeer en vervoer’.
In 1995 besloot het kabinet-Kok I definitief tot aanleg. Dit gebeurde nadat een speciale commissie zich had gebogen over nut en noodzaak van een aparte goederenspoorlijn. De Betuwelijn is dus een door alle grote politieke partijen gesteund project.
In 1989 werd nog niet gepraat over nut en noodzaak. Een goederenspoorlijn werd simpelweg beschouwd als goed voor van alles: de economie, de files, het milieu.
Het plan leidde echter tot veel protest van omwonenden. Economen ruzieden in tientallen elkaar tegensprekende rapporten over de rentabiliteit. Sinds 1995 noemt de politiek aanleg van de Betuwelijn een ‘strategisch besluit’, dat past in het concept Nederland Distributieland.
De protesten van omwonenden werden door de elkaar opvolgende kabinetten afgekocht met tunnels, tunnelbakken en andere hinderbeperkende maatregelen. Dit dreef de kosten op. Was in 1991 nog sprake van 1 miljard euro, intussen heeft de Betuwelijn zo’n 5 miljard gekost.
Van het ‘strategische besluit’ achter de Betuwelijn is niet veel meer over: het idee van het scheiden van goederenvervoer en reizigersvervoer is verlaten. Aftakkingen van de Betuwelijn (Elst-Hengelo en Elst-Venlo) die daarvoor nodig zouden zijn, vond de politiek te duur.
Ondanks de Betuwelijn zullen er dus goederentreinen blíjven rijden door steden als Almere, Lelystad en Zwolle. Toch vormde bij de 171 beroepszaken tegen de Betuwelijn voor de Raad van State de totstandkoming van ‘gescheiden vervoersstromen’ één van de belangrijkste argumenten van de landsadvocaat.
De enorme stijging van de kosten van de Betuwelijn (en in mindere mate de hogesnelheidslijn) leidde in 2003 tot een ‘parlementair onderzoek infrastructuurprojecten’. In 2005 concludeerde de onderzoekscommissie dat de Tweede Kamer „een grotere rol moet krijgen” bij het begin van de besluitvorming over infrastructuur. Nut en noodzaak van een groot infrastructureel project moeten van meet af aan duidelijk zijn.

De Betuwelijn gaat van Rotterdam naar Zevenaar. Bedoeling is dat rond 2015 er 150 goederentreinen per dag in beide richtingen de grens bij Zevenaar/Emmerich passeren. In Duitsland rijden de treinen over bestaand spoor. 

Geen opmerkingen: