dinsdag 11 november 2014

Omwonenden




LOGBOEK Overlast Goederentreinen. (Klik en vul in!)

NB: Als U overlast van de treinen ondervindt, vergeet niet om dit ook te melden aan:
Afdeling Publiekscontacten van Prorail
tel: 0800 - 776 72 45

Afdeling Communicatie
Postbus 2038
3500 GA Utrecht


Vul dit contactformulier in.   (Wordt toegestuurd aan Prorail)





Het schenden van grondrecht op gezondheid (VK 02-08-2016) Vonnis Urgenda zaak.
Zie RIVM rapport hieronder


Een op de vijf omwonenden wordt ziek van het spoor. Toch is voor hun leefbaarheid nauwelijks aandacht. (BD 27-02-2016)


Als wij over het Spoor nadenken en discussieren dan zijn hierbij een aantal partijen betrokken. De overheid, de reizigers en de verladers.
Het spoor heeft echter een infrastructuur en deze beïnvloedt in sterke mate het leefklimaat van nog een partij, de bewoners langs deze infrastructuur.
De overheid heeft wel oog voor bepaalde aspecten van overlast die het spoor veroorzaakt, zoals geluidoverlast, luchtverontreiniging, milieuaspecten, trillingen en veiligheid.
De overheid ziet de bewoners die het aangaat niet als partij.
De bewoners werden immers op vele niveaus vertegenwoordigd door de politiek.
De politiek heeft echter vele belangen te behartigen. De economie (o.a. van Rotterdam en zijn haven), de verladers (en de werkgelegenheid), het reizigersvervoer (op tijd rijden, niet te lang wachten op de stations), de milieubeweging (luchtverontreiniging, natuurgebieden). 
Deze belangen zijn vaak tegengesteld.
Een voorbeeld vindt U in de brief van 14 oktober 2014 van staatssecretaris W.J. Mansveld: Maatregelen pakket bouwperiode derde spoor Betuweroute. Zij schrijft dat zij overleg heeft gehad met een stuurgroep.  
Deze stuurgroep, onder voorzitterschap van mijn ministerie, bestaat uit vertegenwoordigers van ProRail, Keyrail, Havenbedrijf Rotterdam, Havenbedrijf Amsterdam, decentrale overheden, vervoerders, verladers en het strategisch Platform Logistiek.
De omwonenden, die toch direct getroffen worden door deze maatregelen, vinden wij in deze opsomming niet terug.
Haar grote zorg betreft niet de mensen maar: 
Het streven moet zijn te voorkomen dat door deze capaciteitsbeperkingen het spoorgoederenvervoer minder aantrekkelijk wordt, met als gevolg dat het marktaandeel zal verliezen of dat lading uit de Nederlandse havens vertrekt. Het vervoer van goederen per spoor levert een belangrijke bijdrage aan het vestigingsklimaat en daarmee aan de economie van Nederland en dat willen we graag zo houden. Daarnaast is de voorkeur om de hinder voor de omgeving, door een toename van gebruik van andere routes dan de Betuweroute, zoveel mogelijk te beperken.
Omdat de bewoners zelf geen partij zijn ontstaan overal in het land grassroot bewegingen en actiecomités waamee de bewoners de moloch van ingrepen aan hun leefomgeving proberen af te weren.
Wij verlangen daarom erkent te worden als een partij die zelf op mag komen voor haar belangen en die in allerlei overleggroepen een eigen stem heeft.
Nu moeten wij proberen toegang te krijgen tot het overleg via loting in een klankbordgroep van Prorail.
Wij zijn een belangrijke partij in het geheel, zoals prorail zelf een partij is met eigen doelstellingen.




RIVM start op 2 oktober 2014 een onderzoek naar het effect van Geluid en Trillingen op omwonenden.



  • Hier dan het RIVM Rapport in het kort

    In Nederland liggen circa 845.000 woonadressen met naar schatting 1.347.400 bewoners van 16 jaar en ouder binnen 300 meter afstand van het spoor. Ongeveer 20% van hen ondervindt ernstige hinder van de trillingen die treinen veroorzaken. Zij klagen over gevoelens van irritatie, boosheid en onbehagen. 's Nachts kan deze hinder zich uiten in ernstige verstoring van de slaap. Verreweg de meeste hinder en slaapverstoring wordt gerapporteerd in relatie met trillingen van goederentreinen.

    Ongeveer 528.000 mensen van 16 jaar en ouder wonen binnen 300 meter van het spoor waar de trillingen voelbaar zijn, maar onder een Vmax trillingssterkte van maximaal 3,2 liggen, een niveau dat in Nederland als grenswaarde wordt gehanteerd. Een groot deel van de hinder en slaapverstoring doet zich voor bij trillingsniveaus bij Vmax-trillingssterktes beneden deze grenswaarde. Vanuit gezondheidsoptiek is het relevant om in het beleid ook aandacht te besteden aan deze trillingssterktes. Aangezien het om een groot aantal mensen gaat, valt hier veel gezondheidswinst te behalen.

    Om de effecten van deze relatief lagere trillingsniveaus effectief te bestrijden zijn niet alleen maatregelen gewenst die de trillingen kunnen verminderen, maar is ook duidelijke communicatie nodig over factoren die, naast de trillingen, de hinder versterken. Gedacht kan worden aan de angst voor schade aan de woning en de verwachting dat de trillingen in de toekomst zullen toenemen. Het is van belang oog te hebben voor deze gevoelens en goed te communiceren over toekomstige ontwikkelingen aan het spoor, en mogelijke compensatiemogelijkheden.

    Hoewel er al jaren klachten zijn, is nog onvoldoende onderzocht welke effecten trillingen door treinen hebben op de gezondheid van omwonenden en bij wie die zich voordoen. Om daar meer inzicht in te krijgen heeft het RIVM een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder 4927 mensen die binnen 300 meter van het spoor wonen. Dit onderzoek onderbouwt verdere regelgeving, maar een nadere uitwerking van de normstelling valt buiten de scope van dit rapport. Daarvoor zijn aanvullende gegevens over maatregelen en kosten nodig. In verband met de verwachte toename van het goederentreinverkeer op een aantal locaties wordt geadviseerd de gezondheidseffecten van trillingen door deze treinen te monitoren.
RIVM rapport (febr 2015) Maatregelen tegen overlast voor omwonenden Spoor


Vragen en antwoorden trillingen door treinen  
Hoe veel omwonenden worden blootgesteld aan trillingen door treinen? 
In Nederland liggen circa 845.000 woonadressen binnen 300 meter afstand van het spoor. Hier wonen circa 1.347.400 mensen van 16 jaar en ouder. Geschat wordt dat bij ongeveer 40 procent van deze adressen de maximale trillingssterkte hoger is dan de grens waarop trillingen voelbaar zijn. Bij zo’n 1 procent van deze adressen is de maximale trillingssterkte hoger dan de grenswaarde van 3,2 mm/s (millimeter per seconde).    
Hebben omwonenden last van trillingen door treinen? 
Op basis van de resultaten van het vragenlijstonderzoek wordt het aantal mensen in Nederland van 16 jaar en ouder dat ernstige hinder ondervindt van trillingen door treinen geschat op bijna 270.000  Hinder kan zich uiten in irritatie, boosheid en onbehagen. Verreweg de meeste hinder wordt daarbij veroorzaakt door de trillingen van goederentreinen.   
Naar schatting ondervindt 16 procent van de personen van 16 jaar en ouder die binnen 300 meter van het spoor wonen, ernstige slaapverstoring door trillingen van goederentreinen. Het aandeel omwonenden dat ernstige slaapverstoring ondervindt door trillingen van reizigerstreinen wordt geschat op gemiddeld 3,6 procent.  
Zijn mensen die langs het spoor wonen gemiddeld minder gezond? 
Hier hebben de onderzoekers geen aanwijzingen voor gevonden. De waardering die de ondervraagden geven aan hun eigen gezondheid is iets beter dan op grond van landelijke cijfers van het CBS mag worden verwacht. In totaal waardeert zo’n 80 procent van de mensen die langs het spoor wonen de eigen gezondheid als (zeer) goed. Slechts 3,5 procent ervaart zijn of haar gezondheid als (zeer) slecht.   
Hoe komt het dat  sommige omwonenden meer last van trillingen hebben dan anderen? 
Dit heeft meerdere oorzaken. De hoeveelheid hinder die mensen ervaren wordt op de eerste plaats bepaald door de sterkte van de trillingen. Bovendien ondervinden omwonenden beduidend meer hinder van goederentreinen dan van reizigerstreinen. Ook het type bebouwing rond het spoor speelt een belangrijke rol (de verdieping waarop men woont, of er sprake is van vooroorlogse bouw, het type vloeren etc). De hinder en slaapverstoring worden mede  bepaald door de houding ten opzicht van treinverkeer, angst voor schade aan de woning, de mate waarin mensen de trillingen waarnemen en hun verwachtingen over toename of afname van de trillingen in de toekomst.   
Wat kan de overheid doen om overlast van trillingen door treinen terug te brengen? Volgens de onderzoekers zouden interventies zich primair op de bron moeten richten. Het RIVM adviseert echter om OOK in te zetten op contextuele en persoonlijk factoren, zoals houding, acceptatie, angst voor schade en te verwachten trillingssterktes in de toekomst. Mogelijkheden hiervoor zijn zullen verder worden uitgewerkt: dat houdt in het ontwikkelen van instrumenten om mensen beter te informeren over kans op schade, transparant zijn over toekomstplannen, meer gebruik maken van sociale media en werkelijke treinintensiteiten.   
Zijn trillingen door treinen hetzelfde als geluid? 
Anders dan bij geluid, vindt de overdracht van trillingen niet plaats via de lucht (gasvormig medium), maar via vaste materie (bodem, vloeren, wanden en dergelijke). Trillingen worden gevoeld als het menselijk lichaam in contact komt met een trillend oppervlak. Naarmate de frequentie van de trillingen hoger komt te liggen, wordt het lichaam er minder gevoelig voor. Trillingen met frequenties lager dan 1 hertz worden door het lichaam waargenomen als een beweging. 
Uit het RIVM onderzoek blijkt dat hinder en slaapverstoring  door trillingen niet verklaard kunnen worden door geluid van treinverkeer. Dit sluit niet uit dat geluid van treinen zelf weer tot hinder leidt, of dat mensen die hinder ondervinden van geluid ook weer meer hinder rapporteren door trillingen. Dit moet nog verder geanalyseerd worden.  
Ik heb deelgenomen aan het onderzoek, wat zeggen de resultaten over mijn eigen situatie? 
De resultaten uit dit onderzoek zijn alleen bedoeld om over de groep van omwonenden als geheel uitspraken te doen. Op basis hiervan kunnen geen conclusies worden getrokken over uw individuele situatie.   
Is er verschil tussen reizigerstreinen en goederentreinen bij het veroorzaken van hinder?  
Goederentreinen blijken de belangrijkste bron van trillingshinder. Het effect van trillingen van goederentreinen blijkt bij gelijke sterkte van trillingen aanmerkelijk groter (zo’n vijf keer zo groot). Het RIVM adviseert om hier bij de bepaling van een norm rekening mee te houden. Een bepaalde norm zal voor goederenlijnen een heel andere uitwerking hebben dan voor reizigerslijnen. Wanneer het aantal goederentreinen toeneemt daalt de hinder van reizigerstreinen, maar omgekeerd is dat niet het geval.  
Het is nog onduidelijk welke fysieke factoren het verschil in hinder tussen reizigerstreinen en goederentreinen kunnen verklaren (duur van event, type bakken, tijdstip, etc). Wel is duidelijk dat ook niet trillingsgerelateerde aspecten een rol spelen, zoals het  horen, voelen en zien van voorwerpen bewegen. Men vindt trillingen van goederen minder acceptabel.   
Kunnen de resultaten ook gebruikt worden om op lokaal niveau iets te zeggen? 
De uitkomsten van het onderzoek zijn vooral geschikt om uitspraken te doen op landelijk niveau. Een onderverdeling in regio’s zou ook nog een optie kunnen zijn maar wat de bevindingen betekenen voor specifieke trajecten kunnen we op basis van dit onderzoek niet zeggen  
Waarom heeft het RIVM dit onderzoek uitgevoerd? 
Hoewel er al jaren klachten zijn, is nog onvoldoende onderzocht welke effecten trillingen door treinen hebben op de gezondheid van omwonenden en bij wie die zich voordoen. Om daar meer inzicht in te krijgen heeft het RIVM een vragenlijstonderzoek uitgevoerd onder 4927 mensen die binnen 300 meter van het spoor wonen.   


Gezondheid en de m.e.r. (Milieueffectrapportage)
Onafhankelijk Buurt Platform Boschveld 10 oktober 2012 (Publieksparticipatie)


Maaspoort Publieksparticipatie 2012


Wonen langs het Spoor (RIVM)